Het werkgeheugen is, in mijn ogen terecht, een veelbesproken onderwerp in de onderwijswereld.
Een van de belangrijkste wetenschappelijke ontdekkingen omtrent het werkgeheugen is diens beperkte capaciteit. Ik vergelijk het graag met een mentaal memobord. Het memobord van de ene persoon is groter dan dat van de ander, maar gemiddeld gezien is er op ons memobord maar plek voor 4 memoblaadjes.
Stel je voor
Je loopt naar de supermarkt om daar boodschappen te halen die je niet op een lijstje hebt gezet. Deze staan dus op een memoblaadje op jouw mentale memobord. Je hebt net een nieuwe pinpas waar je de code nog van moet leren; ook dit staat op een memoblaadje. Onderweg kom je iemand tegen die jou de weg vraagt naar de bank. Dit is niet jouw bank, dus je weet dit maar vaag. Deze route uitleggen, daar heb je wel 2 of 3 memoblaadjes voor nodig. Als klap op de vuurpijl stuurt je vriend een berichtje: ‘neem je ook nog een doosje eieren mee en een flesje wijn?’ Eenmaal in de supermarkt loop je snel naar de eieren en de wijn, waarna je probeert jouw eigen boodschappenlijst te herinneren, maar je voelt al aan je water dat je iets vergeten bent…oeps. Dan sta je bij de kassa: nog een keer oeps…pincode vergeten! Waar zijn die memoblaadjes nu gebleven?!
Die memoblaadjes hebben plaatsgemaakt voor de routebeschrijving en de extra boodschappen. Er is maar plek voor 4 blaadjes, dus als er nieuwe informatie verwerkt moet worden, dan zal er een blaadje weggehaald moeten worden.
Bekende situaties die ervoor zorgen dat er memoblaadjes wegvallen:
- Afleiding
- Te veel informatie onthouden
- Cognitief veeleisende taken uitvoeren
Als een memoblaadje eenmaal van jouw bord is gehaald, komt dat niet meer terug, tenzij jij dit er zelf weer bijplakt.
Voor leerlingen is het werkgeheugen een essentiële schakel tijdens het leerproces. Gedurende de hele schooldag is het werkgeheugen actief en wordt er gejongleerd met memoblaadjes. Een simpel voorbeeld: jij als docent geeft een lijstje met instructies, waarna de leerling aan de slag gaat met het uitvoeren van deze taak. Tijdens het uitvoeren van de taak worden individuele stappen gezet en moeten ze de theorie die hierbij hoort weer ophalen en verwerken in het werkgeheugen. Het memobord hangt dan al aardig vol. Maakt iemand een grapje en wordt er even gelachen? Dan is de kans groot dat er een memoblaadje is weggevallen dat belangrijk was voor het uitvoeren van de taak.
Is er dan alleen maar slecht nieuws? Nee, zeker niet!
We kunnen namelijk onze memoblaadjes slimmer en efficiënter inzetten door informatie-eenheden die bij elkaar passen, op één memoblaadje te noteren! Zo blijven er meer memoblaadjes vrij voor nieuwe informatie of veeleisende taken.
De cijferreeks ‘720438726519’ onthouden, kost moeite. Dit zijn willekeurige getallen die waarschijnlijk weinig betekenen en die we moeilijk samen kunnen pakken. Er zijn minder memoblaadjes dan getallen beschikbaar, dus de kans dat ik deze hele reeks onthoud, is klein.
De cijferreeks ‘194520012013’ daarentegen, is makkelijker. Hierin herkennen we jaargetallen, waardoor we cijfers samen kunnen pakken en op één memoblaadje kunnen schrijven. Dit is dus minder belastend voor ons werkgeheugen!
Het is als docent ontzettend belangrijk om stil te staan bij de beperking van ons werkgeheugen. Dit krijgt nog meer belang als je bedenkt dat het werkgeheugen van (jonge) leerlingen vaak nog in ontwikkeling is.
Een aantal tips voor in de les
- Hak taken in kleinere stukjes
- Modelleer de aanpak van taken
- Sluit aan bij de leefwereld van de leerling
- Ontwikkel routines tijdens je les
- Herhaal regelmatig
- Ondersteun de uitleg met visuele middelen
Met deze tips zorg je ervoor dat de memoblaadjes van jouw leerlingen niet zo snel vol komen te staan en dat ze met meer aandacht jouw les kunnen volgen!
Reactie plaatsen
Reacties